Met Edouards barbecue!

Voor de groenten:

150/170 g per persoon. Bijvoorbeeld: 1/2 tomaat, 30 g sla, 30 g geraspte worteltjes, 30 g prinsessenbonen, …

Voor pastaslaatjes, rijst, taboule:

Ongeveer 75 g per persoon. Bijvoorbeeld: 25 g taboule, 25 g rijst, 25 g pasta (niet gekookt gewicht).

DrankEN:

Over het algemeen wordt er een halve fles wijn per persoon geteld.
Zorg ook dat er voldoende water en frisdranken beschikbaar zijn.

2. Opstellen

Stel de barbecue op uit de wind op een stevige en vlakke ondergrond.

Plaats het barbecuetoestel niet te dicht bij tafelkleden, parasols, tenten, tuinmeubelen of struiken.

Als je met een gasbarbecue werkt, controleer dan de datum op de gasfles en ga na dat er geen gaatjes in de gasslang zitten (makkelijk te controleren met wat zeepwater). Een gasslang wordt immers met de tijd poreus.

Draag een linnen of katoenen schort (geen synthetische stoffen!) en handschoenen.

3. Het vuur aanmaken!

Gebruik om het vuur aan te maken kleine takjes en stukjes hout. Verdeel het aanmaakhout over de vuurbak zodat de lucht er makkelijk doorheen kan en het hout snel brandt.

Je hebt ongeveer één kg houtskool nodig voor een middelgrote barbecue.

Gebruik nooit methylalcohol, benzine, brandpasta of petroleum om de barbecue aan te maken! Gooi nooit extra brandstof over een brandende barbecue.

Als de barbecue niet echt wilt branden, maak dan gebruik van een blaasbalg.

Als de vlam in de barbecue slaat, kun je het vuur met een beetje water wat blussen.

Je moet wachten tot de houtskool een witte kleur krijgt en dus voor je met barbecueën kunt starten. Over het algemeen moet je de barbecue een halfuurtje op voorhand aandoen om gloeiende houtskool te krijgen en voor je dus met bakken kunt beginnen.

4. Vlees bakken!

Je moet alle voedingswaren uiteraard in de koelkast bewaren, maar het is raadzaam om ze een uurtje voor het bakken uit de koelkast te halen.

Marinades kun je 48 uur vooraf klaarmaken.

Gebruik geen suiker (honing, ketchup) in uw marinade. Bij Dufrais vind je overigens een overheerlijk assortiment marinades.

Verwijder het meeste van de marinade van het vlees om spatten bij het bakken te vermijden.

Erg vet vlees kun je beter in een aluminiumschaaltje bakken.

Met uitzondering van spiesjes, die je snel en dicht bij de houtskool moet bakken, is het aangewezen om de barbecuerooster zo hoog mogelijk te plaatsen en het een tiental minuutjes voor het bakken op te warmen om te vermijden dat het vlees bij het bakken vlammenbevat. Tot slot moet je de rooster ook invetten zodat het vlees  niet eraan gaat kleven.

Prik bij het bakken niet in het vlees om te vermijden dat al het vleesnat er zou uitlopen. Draai het vlees met een tang en draai het maar één keer om.

Zorg ervoor dat rauw vlees niet in contact komt met gebakken vlees.

Om te vermijden dat het vlees uitdroogt en dus smaak verliest, kun je het tijdens het bakken beter nog een keer invetten met olie.

Zout het vlees nooit voor het gebakken is. Peper strooi je pas op het vlees wanneer je er eerst een korstje aan hebt gebakken. Kruiden is echter een smaak te geven aan je vlees. Je kunt ook via de houtskool smaak geven aan je gerechten door wijngaardranken, beukenhout, notenhout of dennenappels op de houtskool te leggen of door er tijm, rozemarijn, laurier, venkel of kaneel over te strooien. Bij gevogelte gebruik je beter kerrie of paprika.